Rotsparkiet (Neophema Petrophila)


Algemeen:

Het verspreidingsgebied van de Rotsparkiet ligt langs de kust van Zuid Australië en de kust van West Australië tot aan het midden van Australië. De biotoop is rotsachtig terrein, waaraan ze de naam ook danken. Ze broeden in holtes in de rotsen. Zover bekend zijn er buiten Australië geen Rotsparkieten bij vogelkwekers. De soort is alleen voor de volledigheid beschreven. Voor de te gebruiken ringmaat Zie vogelindex website NBvV. De rotsparkiet lijkt sterk op elegantparkiet, en blauwvleugelparkiet. Het verschil zit vooral in de tint groen. Deze is bij de rotsparkiet minder sprekend en meer olijfgroen. De rotsparkiet heeft een blauw voorhoofdsband maar ook een deel van het gezicht en de teugels zijn lichtblauw getint. Hierdoor lijkt het beetje een masker en valt de voorhoofdsband minder op dan bij de elegantparkiet en de blauwvleugelparkiet De grote slagpennen en grote vleugeldekveren zijn donkerblauw terwijl de randen van de kleine slagpennen en hun dekveren bleekblauw zijn. De hoeveelheid blauw is duidelijk minder dan de andere soorten. De onderbuik is geel met wat oranje. Het verschil tussen de geslachten is minimaal. De volwassen pop zou wat minder blauw hebben.

Namen:
Nederlands: Rotsparkiet.
Latijns: Neophema petrophila.
Duits: Klippensittich.
Frans: Perruche pétrophile.
Engels: Rock Parrot.


Ondersoorten:
Er zijn geen ondersoorten bekend.


Erfelijkheid en vederstructuur:
In Australië wordt de soort wel gekweekt in volières en er zijn al mutaties ontstaan van de Rotsparkiet, waarschijnlijk fallow en cinnamon. Omdat deze hier niet voorkomen zijn deze niet beschreven.

Herkenningsbeschrijving rotsparkiet:

Kleurslag Groen / Man en Pop / Formaat 23-21 cm.

Kleur

Schedel en nek: Bruin- olijfgroen.
Borst: Bruinolijfgroen op gele ondergrond.
Buik en onderlijf: Geel.
Mantel, onderrug, stuit en bovenstaart, dekveren: Bruinolijfgroen.
Hand- en armpennen: Zwart.
Vleugeldekveren: Bruinolijfgroen.
Middelste staartpennen: Blauwgrijs, overgaand in donkerblauw. Schacht zwart.
Overige staart pennen, onderstaartdekveren: Blauwgrijs,
naar toppen toe iets donkerder wordend.
Onderzijde staart: Geel.
Snavel: Zwartgrijs, ondersnavel iets lichter.
Neusdop: Zwartbruin.
Poten: Grijs.
Nagels: Zwart.
Ogen: Zwart, iris donkerbruin.

Tekening
Voorhoofdsband: Violet, overgaand in hemelsblauw.
Koptekening: Hemelsblauw, sluit geheel aan op voorhoofdsband.
Buikvlek: n.v.t.
Vleugelbocht en vleugelrand: Smalle violette band overgaand in blauwgrijs.
Vleugelpennen: Violet in binnen- en buitenvlag, met uitzondering van de toppen,
alles met lichte zoom er omheen.
Staart: Vage aanslag op binnenvlag.

Tekst: Neophema studie groep / Foto`s: Jos Hubers / Bron: Neophema standaard